Land Rover Heritage

DSC_2188

Een stukje historie

Zo oud als het wiel en hij zal nog heel lang blijven. Land Rover Defenders reden al rond toen melk nog met paard en wagen werd bezorgd. Ja en nee. De Defender is een zeer succesvolle doorontwikkeling van de eerste auto die het merk in 1948 maakte maar werd pas in 1983 geïntroduceerd. De twee hadden grote overeenkomsten maar ook zeer grote verschillen.

Officieel werd de naam Defender (90 en 110) pas in 1990 geïntroduceerd, tussen 1983 en 1990 waren het de “Ninety” en “One Ten”. Technisch grotendeels gelijke auto’s met slechts een andere naam.

Een kleine voorgeschiedenis is een vereiste bij de geschiedenis van de Land Rover Defender. Het begint allemaal net na de Tweede Wereldoorlog, in de resten van wat ooit de Rover fabriek was. Platgebombardeerd tijdens de 5 voorgaande jaren. Tijdens de wederopbouw blijkt er heel weinig vraag naar traditionele luxe auto’s die het merk ooit maakte. Eén auto valt in zeer positieve zin op in die tijd: de Willys Jeep. Het voorbeeld dat Rover zal gebruiken voor een volgend model, een werkpaard. Vierwielaandrijving en een vrij lichte bouw zijn een must. Het eindproduct: de Land Rover Series 1. Een vriendelijke 4×4, goed bruikbaar in normaal verkeer maar ook als ‘tractor’. Go anywhere, do anything. Voor het serieuze werk zit er zelfs een aftakas op.

Onderstel en chassis van de ‘Series’ verandert nauwelijks na 1948. Met de jaren groeit de wielbasis, sluit de opbouw steeds beter, worden de motoren sterker en uiteindelijk krijgen de 4x4 Far’s schijfremmen. That’s it. Als kers op de taart krijgt de Land Rover Defender schroef- in plaats van bladveren.

De oude hobbelkar is opeens snelweg-waardig. Geen snelheids-monster maar wel een auto die je zonder al te veel morren voor de vrachtwagens uit jaagt. Sterkere motoren en betere vering maar ook verdere finetuning door Land Rover. Iets meer spoorbreedte. Permanente vierwielaandrijving met een midden differentieel in plaats van een inschakelbaar systeem met vaste verbinding tussen voor- en achterwielen. Standaard hadden bijna alle Defenders 5 in plaats van 4 versnellingen. Alleen de V8 had een 4-bak. 

Vanaf 1990 doopt Land Rover de Ninety en One Ten officieel: Defender. Sindsdien alleen nog turbodiesels en één 3,9 liter V8. Op de V8 na de Defender zoals we hem nu nog steeds kennen. Met de jaren zijn natuurlijk de motoren sterker en vooral veel soepeler geworden. Met dank aan Ford is zelfs de Euro 5 norm gehaald.

De sterk verbeterde bruikbaarheid neemt niet weg dat de Land Rover Defender steeds meer een auto is voor alleen liefhebbers. Op de oudere modellen kan de aluminium carrosserie hevig gaan rotten, ook het chassis heeft zijn gevoelige punten. Ford heeft dit deels verholpen door aluminium deuren te monteren. Daarentegen zijn er weinig auto’s te vinden die door zulke diepe modder kruipen mits correct bestuurd werkelijk ieder terrein kunnen bedwingen. 

Besluit je eenmaal Defender te gaan rijden en niet enkel even te ‘hebben’ dan is dat voor het leven. Het rijden werkt onthaastend.

Een Land Rover Defender is niet voor snelle chauffeurs maar kan zelfs de snelste onthaasten. Je rijdt hem nooit voor comfort of snelheid, wel voor avontuur en zijn doorzettingsvermogen.

Scroll naar top